Een ander perspectief op gezondheid, dat biedt het boek ‘Gezonde stad, uitsluiting en ontmoeting in de publieke ruimte’ van Klasien Horstman en Mare Knibbe. “We zien dat steeds meer mensen zich niet meer thuis voelen bij de focus op de individuele leefstijl als uitgangspunt van het beleid. Maar in de praktijk blijkt het moeilijk om te breken met die individualisering van gezondheid. Daarom hebben we dit boek geschreven”, vertelt Klasien Horstman.
Zij is hoogleraar Filosofie van de Publieke Gezondheid bij de vakgroep Health, Ethics and Society aan de Universiteit Maastricht. Haar collega Mare Knibbe werkt hier als universitair docent Filosofie van Gezondheidswetenschappen.
De onderzoeksgroep doet al ruim tien jaar onderzoek in wijken in Maastricht en publiceerde daar wetenschappelijke artikelen en gemeentelijke rapporten over. “In het boek zijn we op zoek gegaan naar de rode draad in die publicaties en hebben we de discussies over ongelijkheid, participatie en gezondheid gebundeld. Dat gebeurt niet vaak.”
Het boek maakt duidelijk dat het nodig is om gezondheid te beschouwen als een “sociaal iets” dat vele aspecten heeft. Een van die aspecten is de manier waarop de fysieke ruimte wordt ingericht. “Veel hedendaagse debatten gaan over de vraag hoe je de publieke ruimte zo kunt inrichten dat die de gezondheid van mensen bevordert. Maar”, zo zegt Klasien, “welke kennis hebben we daar eigenlijk over? Welke kennis telt en is leidend als je beleid maakt?” Volgens haar hebben veel beleidsmakers zich tot nu toe te veel laten leiden door technische kennis over calorieën en voeding. “Terwijl we veel meer moeten doen met kennis over de ruimte als plek om elkaar te ontmoeten. En daar heb je de kennis van mensen voor nodig. Mensen die nu zelden aan het woord komen, zoals daklozen of bewoners van lage inkomensbuurten. Politici en wetenschappers gaan er doorgaans van uit dat bij deze mensen sprake is van een gebrek aan kennis, terwijl zij juist veel kennis hebben. Zeker als het gaat om het inrichten van de ruimte en ervaringen van veiligheid en welzijn. In ons boek kijken wij vanuit hun perspectief naar gezondheid en komen zij aan het woord. En dat is inderdaad een ander perspectief.”
De eerste reacties op het boek zijn lovend, zo blijkt uit enkele aanbevelingen die in het boek zijn opgenomen. Volgens Jet Bussemaker, voorzitter van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, levert het boek “een zeer waardevolle bijdrage aan de broodnodige omslag naar de bevordering van gezondheid via bestaanszekerheid, kansengelijkheid en de leefomgeving.” Fons Bovens, directeur Publieke Gezondheid Zuid Limburg stelt dat “gezondheid publiek maken de essentie is van de richting die we moeten inslaan. Dit boek geeft daar een heldere onderbouwing voor en is een aanrader voor elke gezondheidsbevorderaar, voor iedereen dus!” Het boek werd 7 oktober gepresenteerd op kinder- en zorgboerderij Daalhoeve in Maastricht.