Ongelijkheid en gezondheid
Hoe komt het dat gezondheidsverschillen al decennia niet kleiner worden, ondanks alle beleid, interventies en wetenschappelijk onderzoek?
Gezondheidsverschillen zijn hardnekkig. Eind vorige eeuw bleken de verschillen tussen ‘hoge’ en ‘lage sociaaleconomische statusgroepen’ in welvarende West-Europese landen onverwacht groot. Sindsdien is er veel aan onderzoek en beleidsontwikkeling gedaan om ze te verkleinen. Dertig jaar later zijn de resultaten echter teleurstellend.
Veel auteurs verklaren dat door te wijzen naar het neoliberale beleid en de afbouw van zorgarrangementen. Ze laten de vraag naar de rol van het wetenschappelijk onderzoek buiten beschouwing.
Zouden stigmatiserende wetenschappelijke classificaties – laag en hoogopgeleid, lage en hoge sociaaleconomische positie – en individualistische, psychologiserende theorieën over de motivatie, de keuzes en de cognities van lage sociaaleconomische statusgroepen, ongelijkheid niet eerder bestendigen dan verkleinen?