Ongezonde onderklasse: betrekken bij beleid of de zweep erover?

[NRC Steven de Jong] De helft van de ziekten in Nederland is vermijdbaar. En daarom moeten de mensen die weigeren te stoppen met roken, drinken en op de bank hangen maar eens flink aangepakt worden.

Dat is de strekking van de oproep die de Nederlandse Public Health Federatie (NPHF) doet aan de politiek. In de NPHF zijn vijftig zorgorganisaties – waaronder de Landelijke Vereniging van Huisartsen en KWF Kankerbestrijding – vertegenwoordigd. De club noemt zijn pleidooi een “radicaal andere aanpak”, want de tijd van voorlichten is voorbij. Prikkelen is nu het devies, te beginnen met accijns op chips en het afschaffen van btw op groente.

Het is wel duidelijk wie hier op de korrel worden genomen, menen Klasien Horstman en Rob Houtepen (respectievelijk hoogleraar en universitair docent Filosofie van de gezondheidszorg aan de Universiteit Maastricht). Namelijk de lagere sociaal economische statusgroepen.

Maar de benadering van deze groep zegt volgens hen vooral iets over de houding van de “weldenkenden, weletenden en welbewegenden”. Zij die zich verheven voelen boven de ‘domme dikkerds’ en daarom graag met het vingertje wijzen. Paternalisme ligt op de loer, waarschuwde NRC Handelsblad op 26 maart.

Dat zender/ontvanger model doet vooroorlogs aan, vinden Horstman en Houtepen. De zorg doet er beter aan zich te verdiepen in de mensen die ze aanspreekt. “Wie zijn ze, welke betekenis heeft gezondheid voor hen, waarom vinden ze friet zo lekker en bewegen zo lastig, en welke andere zorgen hebben wellicht meer prioriteit?”

Dat is niet nieuw, stellen de wetenschappers. In vrijwel alle beleidsdomeinen is doorgedrongen dat het voor sociale veranderingen noodzakelijk is de mensen die het betreft daarbij te betrekken. “Landbouwbeleid zonder boeren te raadplegen is ondenkbaar. Het wordt tijd dat de publieke gezondheidszorg deze les ter harte neemt.”

Sympathiek van Horstman en Houtepen, maar inmiddels zijn zij roependen in de woestijn. Vorige maand pleitten ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) voor hardere maatregelen tegen de ongezonde onderklasse. Want deze mensen kampen tegen het einde van hun leven gemiddeld veertien jaar langer met ziekten en kwalen dan hogeropgeleiden.

Dat deze weigeraars aangepakt moeten worden, vindt nu dus ook de koepel van zorgorganisaties NPHF. “Want vermijdbare ziekten leiden tot economische schade voor het bedrijfsleven.”