In de participatiemaatschappij wordt burgerparticipatie aangemoedigd en het aantal initiatieven van bewoners groeit sterk. Nieuwe initiatieven ontstaan naast ‘oude’ sociale verbanden, zoals verenigingen. Met name in krimpregio’s zoals Limburg proberen bewoners met eigen initiatieven de leefbaarheid te vergroten. Ze realiseren een zorgvoorzieninging voor dementerende ouderen, een dorpsontmoetingsplek, een vrijwillige vervoersvoorziening of een coöperatie op om glasvezel aan te leggen.
In Nederland is echter geen ”ongeregelde ruimte” dus al deze initiatieven stuiten op institutionele regimes: de Gemeente, de Inspectie, de Provincie etcetera. Daar merken burgers dat ze grote moeite hebben om hun intiatief daadwereklijk tot leven te brengen. De bureaucratische en technocratische verantwoordingscultuur van deze institutionele praktijken past niet bij de werkwijze van burgerinitieven
Verantwoording kan een inwonersinitiatief maken of breken. Veel verantwoordingstechnieken zijn losgezongen van de alledaagse realiteit en zijn op wantrouwen gebaseerd. Uit ons onderzoek blijkt dat de problemen steeds groter worden. De groeiende deken van regels, formulieren, loketten, controles drukt de ontwikkeling van inwonersinitiatieven dood, terwijl we die juist ruimte willen geven! Om een burgerinitiatief tot een succes te maken hebben bewoners veel tijd nodig, een goed netwerk, ervaring in de omgang met instituties. Met andere woorden, het fenomeen diplomademocratie zien we niet alleen in formele democratische processen, maar ook in praktijken van burgerparticipatie.
Hoe kan dat anders? Hoe kunnen verantwoordingtechnieken inwonersinitiatieven versterken in plaats van te hinderen?